Page 9 - NW-UM0017-Fantasia-Sonata-unv12
P. 9
Het grote 1162 maten omvattende torso dat nu bekend staat als de Fantasie Sonate in D Unv 12 uit 1793, kun je eigenlijk
geen schets meer noemen, hoewel Beethoven ook dit werk niet echt heeft voltooid en veel ideeën later heeft gebruikt in
andere werken. Vooral het eerste deel is door de componist vrijwel volledig uitgeschreven. Het werk bevindt zich in het
11
Kafka Sketchbook en wordt aangeduid als compositie in D major/minor for piano. Van het eerste deel is ooit een artikel
12
verschenen in 1961. Het is niet bekend waarom Beethoven dit werk niet heeft voltooid, temeer omdat het eerste deel
vrijwel compleet is uitgeschreven. Wel ontbreekt het hier en daar aan een aantal harmonieën in vooral de linkerhand. Soms
schrijft Beethoven zowel een rechter- als een linkerhand, maar ontbreken de middenstemmen. De componist heeft later
veel ideeën en materiaal gebruikt uit dit uitgebreide, gedeeltelijk fragmentarische, werk.
Gemakshalve wordt ꞌBeethovens handschriftꞌ in de verdere tekst afgekort als ꞌB.ꞌ en ꞌin de Reconstructieꞌ als ꞌR.ꞌ.
Eerste deel: Allegro
Het werk begint met een motief dat Beethoven later gebruikte in het Presto van de Zevende Symfonie Opus 92 . Ook de
13
toonsoort liet hij intact. Tevens zijn er overeenkomsten met het Menuet uit de Pianosonate No.14 Opus 27 No.2, zowel
ritmisch als melodisch. Qua sfeer staat dit deel echter dichter bij de Pianosonate No.15 in D Opus 28. Deze sonate werd
later door een uitgever voorzien van de bijnaam Sonate Pastorale omdat de sfeer heel erg landelijk en herderlijk is, met
overeenkomsten die wij ook kennen van de gelijknamige Symfonie No.6 in F Opus 68.
De componist schrapt een paar maten, B.76-79, en gaat dan verder met een nieuw thema in d. Dit thema heeft
ogenschijnlijk geen functie want het keert niet terug in het eerste deel. Pas in het derde deel blijkt het van grote betekenis
te zijn omdat het dan als hoofdthema verschijnt. Dit is een geweldige vondst met een grote dramatische zeggingskracht.
We komen deze vorm in geen enkel ander werk van Beethoven tegen. Wel vinden we in veel werken de zogenaamde
kiemcellen, zoals in de concerten voor piano, het Vioolconcert in D Opus 61, de Vijfde Symfonie in c Opus 67 en het Tiende
Strijkkwartet in Es Opus 74. In de Fantasie Sonate compositie is sprake van een groot monumentaal thema dat uiteindelijk
14
na 43 maten weer terugkeert naar het eerste thema, dat nu echter vrijer wordt uitgewerkt, en uiteindelijk via een
overgangszin belandt in het tweede thema. Overigens schrijft Beethoven een aantal maten, B.95-99, die door mij niet zijn
gebruikt, omdat zij het mineurthema erg verstoren en de componist hier vrijwel alleen rusttekens gebruikt. Daardoor loopt
het mineurthema beter door, B.100/R.96. De rusten, B.124-125/R.117-118, zijn wel gerespecteerd omdat zij een fraaie
verstilling aangeven na de wat stormachtige maten in mineur. Het tweede thema in A heeft Beethoven vrijwel helemaal
uitgeschreven. Opvallend is dat het eerste thema verschijnt in de bas en afwisselend in de bovenstem, B.149-159/R.142-
152. De variant, B.169a-175a, is niet door mij gebruikt, omdat de componist deze maten zelf heeft geschrapt. Bij de maat
B.182/R.179 heb ik gebruikgemaakt van de bovenstem, Beethoven geeft hier twee mogelijkheden, omdat deze logischer
aansluit naar de volgende maat. Ook heb ik de maten B.181-184 tweemaal gebruikt omdat hier sprake is van een
harmonische afsluiting. De maten B.196-216 heb ik niet gebruikt, enerzijds omdat de harmonische samenhang onduidelijk
is en anderzijds omdat de componist vermoedelijk een andere bedoeling heeft gehad, waardoor reconstructie van deze
maten moeilijk zo niet onmogelijk is. Bovendien geeft maat B.217/R.192 heel duidelijk het begin aan van de doorwerking.
Beethoven schrijft geen herhaling voor wat betreft de expositie. Ook de maten B.229-231 heb ik laten vervallen, omdat de
componist de maten heeft doorgehaald. De triller in de rechterhand bij maat R.203 is natuurlijk bedoeld over alle maten
tot R.225/B.232-254. De variant van de maten B.257a-268a heb ik eveneens niet gebruikt, omdat de harmonische
samenhang onduidelijk is. Beethoven geeft een beter alternatief dat voortreffelijk aansluit bij maat B.258/R.229. Vanaf
maat B.263/R.234 moest ik een aantal maten toevoegen, omdat Beethoven hier al erg snel begint met de reprise. Dit is
dramatisch een zwak moment en ik ben er vrijwel zeker van dat de componist hier nog grote bedoelingen had wat betreft
de doorwerking. Ik heb het toegevoegde materiaal gebaseerd op het eerste thema. Bij maat B.263/R.254 pakt Beethoven
de draad weer op met een wending die duidelijk de reprise aankondigt, maar die door de componist niet is uitgeschreven.
Het is onduidelijk of de componist van plan was deze reprise in te voeren, maar het leek mij van belang dit wel te doen.
Zo ontstaat er toch een duidelijke vorm die tegemoet komt aan de klassieke hoofd- of sonatevorm. Het hele begin van
maat 1 tot maat 34 voeg ik toe om vervolgens verder te gaan bij maat B.271/R.297. Bij maat B.309/R.334 verschijnt het
tweede thema maar nu in D. Vanaf deze maat volg ik het volledige handschrift van de meester.
11 Kafka Sketchbook pp. f. 90 r-f. 95 r fragments fr. 95 v.
12 First Allegro TR in J. Schmidt-Gorg , ꞌein unbekanntes Klavierstück von Beethovenꞌ, Festschrift Hermann J. ABS Cologne 1961,
pp. 153-163
13 Assai meno allegro, bars 149-409
14 As an example I mention Piano Concertos No.3 in C minor Opus 37, No.4 in G major Opus 58, Violin Concerto in D major Opus 61
(also version for Piano Concerto in D major Opus 61a), Symphony No.5 in C minor Opus 67, String Quartet No.10 in E flat major
Opus 74
VI